Door gebruik te maken van onze website, of door op akkoord te klikken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies op deze website op basis van onze privacyverklaring.
Marron-schipper Boogie balanceert tussen voorouderlijke plichten en moderne uitdagingen in een collectieve vertelling van een veranderend regenwoud. Speciaal te zien in het kader van 50 jaar Surinaamse onafhankelijkheid. Op 25 november 1975 kwam er een einde aan ruim 300 jaar Nederlandse overheersing en werd Suriname zelfstandig.
Eeuwenlang hebben de Marrons in Suriname de kapitalistische samenleving op afstand gehouden. Als afstammelingen van tot slaaf gemaakte Afrikanen die aan plantages waren ontsnapt, overleefden ze door vast te houden aan voorouderlijke waarden. De laatste jaren zijn economische belangen echter diep in het regenwoud doorgedrongen. Vaarman Boogie bevaart de Marowijne, de grens tussen Suriname en Frans-Guyana, om essentiële vracht te leveren aan afgelegen Marron- en inheemse gemeenschappen. Hoewel deze bosbewoners hun eigen voedsel verbouwen, zijn ze steeds afhankelijker van schippers voor hun dagelijkse benodigdheden. Klimaatgerelateerde overstromingen en droogtes verwoesten hun oogsten en goudwinning vergiftigt het water. Wanneer Boogie door zijn clanleiders wordt opgeroepen om de rechtszaak van zijn neef bij te wonen, beginnen de eisen van zijn werk te botsen met zijn traditionele taken. Tijdens een kronkelige reis ver stroomopwaarts worden de stromingen steeds onvoorspelbaarder.